Als ReCreateX is opgestart zie je het volgende scherm met een leeg “Log in” window. Klik op het icoontje rechts onderin dat Log in window om een tegel toe te voegen.




Er verschijnt een nieuw venster met wat invulvelden.


Hier dient het volgende ingevuld te worden:

Description: Dit is de naam van de tegel die straks aangemaakt wordt.
Het is de bedoeling dat hier een referentie komt te staan waar je normaliter werkt met het account waarmee je bent ingelogd. Voorbeeld: 000Kas01 wordt gebruikt bij de receptie van zwembad De Groene Kikker. Zet hier dan ‘Receptie – De Groene Kikker’ of gewoon Kassa Receptie. voor productie. voor een testomgeving.

Server: hier moet staan: NXS5103 voor productie.
Server: hier moet staan: NXS5107 voor een testomgeving.

Database: De naam van de database die voor jouw accommodatie gebruikt wordt bestaat uit 2 delen. Een deel is makkelijk, dat is namelijk de naam van de applicatie met een laag streepje: recreatex_
Daar aan vast moet het nummer komen van de accommodatie. Dit nummer is ook gebruikt in het account waarmee je bent ingelogd. Bijvoorbeeld: 000kas01 is van accommodatie nummer 000, 002kas01 is van accommodatie nummer 002. Dit accommodatienummer moet aan recreatex_ komen te staan. Dus de database naam van accommodatie 000 is recreatex_000, de naam van de database van accommodatie 002 is recreatex_002. Als je niet weet wat je accommodatie nummer is, vraag deze dan aan je manager.

Authentication: Deze moet komen te staan op Windows Authentication.

Single sign on: Deze moet worden aangevinkt.

Klik daarna op het icoontje met de diskette rechts onder in het venster om de instellingen op te slaan.

Je komt dan terug in het vorige Log in scherm, maar nu met een tegel en de beschrijving die je hebt ingevuld.